BTW terugvragen en instemmen met een crediteurenakkoord is alleen mogelijk indien de afspraken op een juiste wijze worden vastgelegd. De voorwaarden en risico’s van het BTW terugvragen als je factuur niet wordt betaald, zijn belangrijk om te betrekken bij het maken van afspraken met een schuldenaar. Een factuur die niet wordt betaald is erg vervelend, zeker als de BTW over deze factuur al is betaald aan de Belastingdienst. Op grond van artikel 29 lid 1 Wet op de omzetbelasting 1968 kan de BTW van niet betaalde facturen worden teruggevraagd. Zeker in situaties waarbij de klant of afnemer failliet gaat, is het belangrijk dat de fiscale schade kan worden beperkt. In dit artikel wordt ingegaan op de voorwaarden en de risico’s van terugvragen van BTW bij een crediteurenakkoord.
Inhoudsopgave
- Belangrijke voorwaarden BTW terugvragen bij onbetaalde facturen
- Hoe BTW terugvragen?
- Pas op met het maken van afspraken met schuldeisers
- Kwijting schulden bij crediteurenakkoord
- Uitspraak rechtbank Den Haag over btw en crediteurenakkoord
- Tip: hoe kunnen afspraken over kwijting schulden worden vormgegeven?
- Advocaat Belastingdienst
Belangrijke voorwaarden BTW terugvragen bij onbetaalde facturen
De BTW kan worden teruggevraagd zodra het voldoende zeker is dat de vordering oninbaar is. Dit betekent dat geen reële mogelijkheden bestaan om de betaling nog te ontvangen. Volgens de huidige wetgeving worden facturen als oninbaar aangemerkt als ze 1 jaar niet zijn betaald. De termijn van een jaar gaat in op het moment dat de betaaltermijn is verstreken. Als geen betaaltermijn op de factuur is opgenomen en deze termijn ook niet volgt uit de overeenkomst, dan geldt voor de BTW een betaaltermijn van 30 dagen.
Nederland is op grond van Europese uitspraken ook verplicht om mee te werken aan de teruggave van BTW als de factuur geheel of gedeeltelijk niet wordt betaald. Uiteindelijk mag de Belastingdienst niet meer BTW innen dan de ondernemer daadwerkelijk heeft ontvangen.
Hoe BTW terugvragen?
De BTW teruggave kan gewoon in de aangifte worden verwerkt. Daarbij wordt het gedeelte van de factuur dat niet is betaald, aangemerkt als negatieve omzet en BTW (vraag 1a en 1b van de BTW-aangifte). Als later toch nog een deelbetaling wordt ontvangen, moet ook dit weer worden opgegeven in de aangifte.
Pas op met het maken van afspraken met schuldeisers
BTW teruggaven en een crediteurenakkoord gaat niet altijd samen. Schuldeisers en schuldenaren maken onderling vaak (definitieve) afspraken bij betalingsproblemen over de kwijting van schulden. De kwijting van schulden heeft fiscale en juridische gevolgen. Betrek hierbij altijd een fiscaal deskundige jurist om ook de fiscale gevolgen in kaart te brengen. Er kunnen fiscale gevolgen bestaan voor de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de BTW. Zo blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank dat het BTW terugvragen als je factuur niet wordt betaald, in gevaar kan komen na instemming met een crediteurenakkoord.
Kwijting schulden bij crediteurenakkoord
Bij een crediteurenakkoord gaan de schuldeisers bijvoorbeeld akkoord met de afkoop van hun vordering tegen betaling van een percentage. Een dergelijk akkoord is vaak een betere optie dan een faillissement waarbij schuldeisers waarschijnlijk geen enkele uitkering ontvangen. BTW terugvragen als je factuur niet wordt betaald kan echter in gevaar komen als een overeenkomst tot stand komt waarbij sprake is van het definitief prijsgeven van een vordering. Dit is onwenselijk. Het is fiscaal in beginsel ook niet toegestaan om bij een crediteurenakkoord een creditfactuur op te stellen en op basis daarvan de BTW terug te vragen. Ook het omzetten van de openstaande factuur in een geldlening zorgt ervoor dat definitief de BTW niet kan worden teruggevraagd.
Uitspraak rechtbank Den Haag over btw en crediteurenakkoord
De rechtbank Den Haag is op 4 oktober 2018 ingegaan op het BTW terugvragen en het tot stand komen van een crediteurenakkoord. Daarbij overweegt de rechtbank dat indien uit een vaststellingsovereenkomst blijkt dat partijen over en weer vorderingen hebben prijsgegeven en dat daarnaast expliciet is bepaald dat er over en weer niets meer te vorderen is, niet langer wordt voldaan aan (het op dat moment geldende) artikel 29 Wet op de omzetbelasting 1968. Voor de omzetbelasting wordt volgens de rechtbank in een dergelijk geval de vordering geacht te zijn voldaan en de BTW kan niet meer teruggevraagd worden. Dat is een vervelende en ongewenste uitkomst omdat een schuldeiser alleen bij oninbare vorderingen zal willen meewerken aan een crediteurenakkoord.
De uitspraak van de rechtbank is niet in lijn met eerdere uitspraken van de Hoge Raad (o.a. HR 30 maart 2007, nr. 42.955, BNB 2007/186). Uit deze uitspraak volgt dat indien een schuldeiser zich bij overeenkomst neerlegt bij het gegeven dat een schuldenaar niet kan betalen, een recht op teruggaaf van omzetbelasting ontstaat in het tijdvak waarin het prijsgeven plaatsvindt. In de literatuur is daarom kritiek uitgeoefend op de uitspraak van de rechtbank. Het is daarom niet zeker op welke wijze de Belastingdienst en rechters in de toekomst omgaan met het terugvragen van omzetbelasting na instemming met een crediteurenakkoord.
Een ondernemer wenst duidelijkheid en wenst geen risico te lopen bij de mogelijkheid om BTW te kunnen terugvragen. De vraag is op welke wijze een crediteurenakkoord veilig vormgegeven kan worden.
Tip: hoe kunnen afspraken over kwijting schulden worden vormgegeven?
Een alternatief kan zijn dat in de overeenkomst geen finale kwijting wordt verleend, maar dat wordt aangegeven dat onder voorwaarden wordt afgezien van verdere invordering (afgezien wordt van het afdwingen van een betaling). In de overeenkomst kan uiteengezet worden waaruit blijkt dat de vordering niet langer inbaar is en op welke gronden van verdere invordering wordt afgezien. Tevens kunnen enkele voorwaarden worden verbonden aan het afzien van invordering (bijvoorbeeld mogelijke toekomstige facturen moeten tijdig worden voldaan en bij een faillissement kan de vordering alsnog worden ingediend bij de curator). De vordering blijft in dat geval juridisch bestaan en wordt niet prijsgegeven, slechts afgesproken wordt dat de betaling niet meer zal worden afgedwongen. Voor de schuldenaar kan deze toezegging voldoende zijn om de bedrijfsvoering te reorganiseren en een faillissement te voorkomen. Zeker indien de vordering al meer dan een jaar oud is, en dus conform de huidige wetgeving als oninbaar wordt beschouwd, is het afzien van verdere invordering ook een zakelijke handeling. Dit is voor de Belastingdienst zelf overigens een gebruikelijk handelwijze als het gaat om de sanering van belastingschulden van ondernemers.
Advocaat Belastingdienst
SVZ advocaten heeft fiscale advocaten met fiscale kennis in huis om u te adviseren over het terugvragen van BTW bij een crediteurenakkoord. Onze advocaten ondersteunen bedrijven met schulden bij het aanbieden van een crediteurenakkoord. Ook staat SVZ advocaten schuldeisers bij indien een crediteurenakkoord wordt aangeboden. Onderzocht dient te worden welke mogelijkheden bestaan om de betaling af te dwingen. De betreffende advocaat zal ook rekening houden met mogelijke standpunten van de Belastingdienst en de fiscale gevolgen.