SVZ advocaten adviseert over het voorkomen of beperken van bestuurdersaansprakelijkheid bij mogelijke schending van de boekhoudverplichting. SVZ advocaten combineert kennis van het aansprakelijkheidsrecht en belastingrecht. Neem direct contact op voor een vrijblijvende afspraak voor advies over de boekhoudplicht of deskundige bijstand bij geschillen over bestuurdersaansprakelijkheid. Nadat het faillissement van een vennootschap wordt uitgesproken kan de bestuurder door de curator aansprakelijk worden gesteld indien sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur en dit onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement. Een reden om de bestuurder aansprakelijk te stellen is het niet naleven van de boekhoudverplichting. Op 6 augustus 2019 heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een procedure tussen een curator en de voormalig bestuurder van de failliete vennootschap. De curator stelt zich op het standpunt dat sprake is van een onvoldoende inzichtelijke administratie en dat de voorraadadministratie niet op orde is. Het Gerechtshof gaat in op de omvang van de boekhoudplicht en de aansprakelijkheid van de bestuurder. Neem direct contact op via [email protected] voor meer informatie of een geheel vrijblijvende bespreking.
Inhoudsopgave
Boedeltekort en aansprakelijkheid
In een faillissement zijn er vaak veel schulden en onvoldoende baten om deze schulden te voldoen. De schulden overtreffen de baten. Dit wordt wel het tekort in de boedel genoemd. Doordat ook een faillissement kosten met zich meebrengt kan dit tekort oplopen tot een fors bedrag. In beginsel is een bestuurder niet aansprakelijk voor dit tekort. Dit betekent enerzijds dat het privévermogen van de bestuurder gespaard blijft maar anderzijds ook dat de schuldeisers gedupeerd achterblijven. Schuldeisers worden natuurlijk niet erg vrolijk van een faillissement waarbij zij forse schade lijden terwijl de bestuurder er op het oog gemakkelijk vanaf lijkt te komen en soms zelfs een nieuwe onderneming begint. Er is mede daardoor een wettelijke regeling in het leven geroepen om schuldeisers te beschermen tegen bestuurders die frauderen of de vennootschap anderszins onbehoorlijk besturen.
In artikel 2:248 BW is bepaald dat een bestuurder onder bijzondere omstandigheden toch aansprakelijk kan worden gehouden voor het gehele tekort in het faillissement. Hiervan kan sprake zijn indien het bestuur zijn taak in de drie jaren voor datum faillissement kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en deze kennelijke onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement. Kennelijk onbehoorlijk bestuur is aan de orde indien het bestuur zo handelt als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden gehandeld zou hebben. Dit mag niet te snel aangenomen worden en in de praktijk kan een bestuurder dan ook niet gemakkelijk aansprakelijk gesteld worden. Dit is echter geheel anders indien geen goede boekhouding is bijgehouden of indien de jaarrekening niet tijdig is gedeponeerd. In dat geval kan veel eerder sprake zijn van aansprakelijkheid.
Boekhouding en aansprakelijkheid
Hieronder wordt nader ingegaan op de boekhoudverplichting. De boekhoudverplichting is opgenomen in artikel 2:10 BW. Het artikel luidt als volgt.
Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de rechtspersoon en van alles betreffende de werkzaamheden van de rechtspersoon, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevens dragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend.
De kern van artikel 2:10 BW is dat de boekhouding van een onderneming op goed niveau moet zijn zodat snel inzicht kan worden verkregen in onder meer de debiteuren- en de crediteurenpositie, de stand van de liquiditeiten en de vermogenspositie van de onderneming. Uiteraard is van belang hoe groot de onderneming is en wat de aard van de onderneming is. De achterliggende gedachte van deze verplichting is dat de bestuurder een vennootschap niet behoorlijk kan besturen als hij niet op de hoogte is van de financiële positie van de onderneming. De bestuurder kan dan bijvoorbeeld geen verantwoordelijke beslissingen nemen en niet goed beoordelen of de vennootschap nieuwe verplichtingen wel kan nakomen. Het is afhankelijk van de complexiteit, omvang en aard van de onderneming aan welke eisen de boekhouding moet voldoen.
In de uitspraak van het Gerechtshof van 6 augustus 2019 wordt duidelijk dat als de aangetroffen voorraad fors afwijkt van de voorraadadministratie dit betekent dat de boekhouding niet voldoende op orde is. In onderhavige kwestie was de aangetroffen voorraad door de curator verkocht voor een bedrag van € 12.306,60. Volgens de boekhouding was echter voorraad aanwezig voor een bedrag van € 280.306,60. Dit verschil is veel te groot waardoor de boekhouding evident geen goed inzicht geeft in de vermogenspositie van de onderneming.
Daarnaast was het niet duidelijk welke vordering de vennootschap had op haar aandeelhouders. De boekhouding gaf dit onvoldoende duidelijk aan. Het Gerechtshof oordeelt dan ook dat niet is voldaan aan de boekhoudplicht van artikel 2:10 BW.
Aansprakelijkheid bij niet voldoen aan boekhoudplicht?
Artikel 2:248 lid 2 BW bepaald dat ervan dient te worden uitgegaan dat de bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld indien niet voldaan is aan de boekhoudplicht. Dit is dus een vaststelling die grote gevolgen kan hebben voor de bestuurder.
Iedere bestuurder van een vennootschap met een gebrekkige administratie loopt dan ook een groot risico op persoonlijke aansprakelijkheid.
Tevens geldt in dat geval het vermoeden dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dit vermoeden kan de bestuurder wel proberen te ontkrachten om aan aansprakelijkheid te ontkomen. Dit is echter niet eenvoudig.
Bij kleine tekortkomingen in de boekhouding kan door de bestuurder worden aangevoerd dat sprake is van een onbelangrijk verzuim. Indien wordt aangenomen dat sprake is van een onbelangrijk verzuim kan de bestuurder ook aan aansprakelijkheid ontkomen. De boekhouding was in dit geval volgens het Gerechtshof dermate onjuist en onvolledig dat niet sprake is van een onbelangrijk verzuim. Een onbelangrijk verzuim kan bijvoorbeeld aan de orde zijn indien de boekhouding goed op orde is en er slechts kleine foutjes in zijn geslopen zonder grote gevolgen.
Andere oorzaak van het faillissement?
De bestuurder kan in de procedure proberen aan te tonen dat het faillissement niet is veroorzaakt door de onbehoorlijke taakvervulling maar door andere omstandigheden. Er zal dan dus sprake moeten zijn van een andere oorzaak. De bestuurder moet stellen en aannemelijk maken waardoor het faillissement volgens hem daadwerkelijk is veroorzaakt. Uiteraard moet deze reden van het faillissement niet zijn veroorzaakt door onbehoorlijke taakvervulling door de bestuurder. De bestuurder kan bijvoorbeeld aanvoeren dat het faillissement is veroorzaakt door externe oorzaken zoals een economische crisis.
In de aangehaalde zaak voert de bestuurder aan dat sprake was van een sterke omzetdaling door toegenomen concurrentie. Tevens was een geschil ontstaan met de bank over zekerheden. De omzetdaling wordt weliswaar voldoende gemotiveerd door de bestuurder maar het Gerechtshof is van mening dat de bestuurder onvoldoende maatregelen heeft genomen om de omzet te verbeteren. Er is bijvoorbeeld geen analyse gemaakt van de achterliggende redenen van de omzetdaling en er is ook niet gesneden in de kosten. Het lukt de bestuurder dan ook niet om aan te tonen dat andere feiten en omstandigheden dan de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest.
Bewijspositie door gebrekkige boekhouding
De moeilijke bewijspositie van de bestuurder is veroorzaakt doordat geen goede boekhouding is bijgehouden. Daardoor is komen vast te staan dat de bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Hierdoor is de bestuurder aansprakelijk voor het tekort in de boedel en dit kan zeer grote financiële gevolgen hebben. Immers, de rechtspersoonlijkheid van de onderneming beschermt de bestuurder dan niet meer. De curator kan zich verhalen op het vermogen van de bestuurder. Deze uitspraak toont het belang aan van het voeren van een goede en betrouwbare administratie.
Advocaat aansprakelijkheidsrecht met boekhoudkundige kennis
Bent u bestuurder van een vennootschap en wilt u advies over mogelijke aansprakelijkheid? Of verkeert uw vennootschap in zwaar weer en wilt u zich als bestuurder voorbereiden op een faillissement? SVZ advocaten uit Haarlem kan u bijstaan bij het organiseren van een juiste boekhouding en indien noodzakelijk een faillissementsaanvraag voorbereiden. U kunt contact opnemen met mr. M. van Zijtveld op [email protected] of 06-12253275.