schoolbord

Vergoedingsrechten

Tijdens het huwelijk kunnen vergoedingsrechten ontstaan tussen echtgenoten. Doordat bijvoorbeeld privé vermogen geïnvesteerd wordt in een woning die op naam staat van de andere echtgenoot kan een vergoedingsrecht ontstaan. Ook indien vanuit privé gelden een hypotheekschuld van de andere echtgenoot wordt afgelost kan een vergoedingsrecht ontstaan. Ondernemers kunnen ook te maken krijgen met een vergoedingsrecht met betrekking tot verrichte investeringen bij de aankoop van aandelen of vermogensbestanddelen van een eenmanszaak. De vergoedingsrechten worden over het algemeen afgerekend bij de echtscheiding. Het afrekenen van vergoedingsrechten kan complex zijn indien de investeringen jaren geleden zijn verricht en wanneer de waarde van goederen na aanschaf is gewijzigd. SVZ advocaten kan u bijstaan bij de berekening van de vergoedingsrechten en de incassering hiervan.

Verschillende vermogens en vergoedingsrecht

Om het ontstaan van vergoedingsrechten tijdens het huwelijk te begrijpen is het van belang dat verschillende soorten vermogens worden onderscheiden. De achtergrond van de verplichting om bij echtscheiding vergoedingsrechten af te rekenen is dat het vermogen terug dient te keren bij de gerechtigde op dit vermogen. Partijen die in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd hebben in beginsel alleen gemeenschappelijk vermogen. Dit kan anders zijn indien een schenking of erfenis onder uitsluitingsclausule wordt verkregen. Immers dit vermogen blijft privé vermogen waarop de andere echtgenoot in beginsel geen aanspraak kan maken. Daarnaast bestaan diverse stelsels waarbij sprake is van een beperkte gemeenschap van goederen. Partijen hebben dan ieder hun privé vermogen en daarnaast bestaat er vermogen dat in de beperkte gemeenschap van goederen valt. Er zijn dan 3 verschillende vermogens te onderscheiden. Het privé vermogen van echtgenoot A, het privé vermogen van echtgenoot B en het vermogen dat onderdeel uitmaakt van de gemeenschap van goederen. Verder is het mogelijk dat partijen onder uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Ook in dat geval bestaan verschillende vermogens. Indien een echtgenoot privé vermogen aanwendt ter verkrijging van een goed dat (mede) in het vermogen van de andere echtgenoot valt ontstaat er een vergoedingsrecht. Ditzelfde geldt indien vanuit privé vermogen een schuld wordt afgelost die toebehoort aan de andere echtgenoot. Vergoedingsrechten kunnen bijvoorbeeld ook ontstaan indien vermogen uit de gemeenschap van goederen wordt aangewend ter verkrijging van een privé goed.

Vanaf 2012 geldt de beleggingsleer

Volgens de wettelijke regeling geldt vanaf 2012 dat bij het afrekenen van vergoedingsrechten bij echtscheiding de beleggingsleer dient te worden toegepast. Voor eerder verrichte investeringen geldt dat slechts het bedrag van de investering of aflossing terugbetaald dient te worden zonder dat rekening wordt gehouden met waarde mutatie van het betreffende goed. Conform de beleggingsleer wordt wel degelijk rekening gehouden met de waarde mutatie van het goed. Indien echtgenoot A in privé een woning aankoopt van € 400.000 waarbij echtgenoot B met privé vermogen een bedrag van € 100.000 van de aankoopprijs betaald is sprake van een investering van 25% door echtgenoot B. Indien deze woning bij echtscheiding € 500.000 waard is geworden maakt echtgenoot B aanspraak op een vergoedingsrecht voor een bedrag van € 125.000 in plaats van € 100.000. Andersom kan bij de afrekening sprake zijn van een lager vergoedingsrecht dan de verrichte investering indien sprake is geweest van een waarde daling. Indien er aflossingen worden verricht op de hypotheekschuld wordt ook hier een percentage aan verbonden ten opzichte van de aankoopprijs. Ook bij de betaling van latere verbouwingen kunnen vergoedingsrechten ontstaan. SVZ advocaten heeft de nodige cijfermatige en financiële kennis en kan u uitstekend bijstaan bij de berekening van een vergoedingsrecht.

Enkele uitzonderingen bij berekenen vergoedingsrecht

Indien privé vermogen van een echtgenoot zonder toestemming van deze echtgenoot wordt aangewend voor een investering door de ander ontstaat een vergoedingsrecht voor minimaal het nominale bedrag. Indien het goed in waarde stijgt profiteert de echtgenoot en indien het goed in waarde daalt blijft de echtgenoot aanspraak maken op het nominale bedrag van de verrichte investering. Bij gebruiksgoederen die altijd snel in waarde zakken (denk aan een auto) geldt ook een vergoedingsrecht voor het nominale bedrag. Tevens kan bij overeenkomst of in huwelijkse voorwaarden afgeweken worden van de wijze van berekening van het vergoedingsrecht. Het berekenen van de omvang van het vergoedingsrecht is maatwerk. Een vergoedingsrecht kan ook ontstaan bij partijen die niet gehuwd zijn. Verder is van belang dat tijdig na afloop van het huwelijk een vordering wordt ingesteld tot vergoeding van het vergoedingsrecht om verjaring te voorkomen. Over het algemeen zal het vergoedingsrecht onderdeel uitmaken van de procedure bij echtscheiding of zijn uitgewerkt in een echtscheidingsconvenant. Neem contact op met SVZ advocaten indien u advies wenst te ontvangen over vergoedingsrechten.

Lees meer over: