concurrentie

Concurrentiebeding en relatiebeding

Een concurrentiebeding belet de werknemer voor een bepaalde periode na het einde van het dienstverband werkzaamheden te verrichten die gelijk(soortig) zijn aan die van de voormalige werkgever. Een relatiebeding behelst een verbod voor de werknemer om in contact te treden met klanten en relaties van de werkgever. Een relatiebeding is een vorm van het concurrentiebeding, wat met zich meebrengt dat de wettelijke regels voor het concurrentiebeding ook gelden voor relatiebedingen. Indien een dergelijk beding door een werknemer wordt overtreden kan de werkgever de schade die zij hierdoor lijdt op de werknemer verhalen en wellicht kan de werkgever een beroep doen op een overeengekomen boetebeding. SVZ advocaten kan hierbij adviseren en de werkgever of werknemer hierbij met raad en daad bijstaan.

In gevallen waarbij de belangen van een werknemer door de instandhouding van een dergelijk beding onevenredig wordt geschaad, kan een werknemer de rechter verzoeken om een concurrentie- of relatiebeding geheel of gedeeltelijk te vernietigen. SVZ advocaten heeft ruime ervaring met concurrentie- en relatiebedingen en kan de werknemer bijstaan met advies over de geldigheid en houdbaarheid van de bedingen en met advies over het vernietigen hiervan.

Mocht een en ander niet zonder procedure tot een oplossing komen, dan kan SVZ advocaten haar cliënten of deze nou aan de werkgeverskant of werknemerskant staan ook in die procedure bijstaan. De jarenlange ervaring op het gebied van het arbeidsrecht maakt dat SVZ advocaten haar cliënten deskundig, praktisch en oplossingsgericht kan bijstaan.

Voorwaarden voor geldigheid beding

Het beding moet schriftelijk zijn overeengekomen. Dat betekent in feite dat de werknemer zijn handtekening moet hebben gezet voor het betreffende beding. De werknemer met wie het beding wordt overeengekomen moet 16 jaar of ouder zijn. Als de werknemer dat niet is, geldt het beding niet, ook niet als de werknemer 16 jaar wordt.

Daarnaast is het niet toegestaan om in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een concurrentie- en of relatiebeding op te nemen, tenzij de werkgever daarvoor een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft en dit ook schriftelijk duidt en motiveert bij het aangaan van het betreffende beding.

Verder moet het beding opnieuw en ook schriftelijk worden overeengekomen als de functie van de werknemer wijzigt, als zijn standplaats wijzigt of als zijn werkzaamheden wijzigen. Maar ook bij overname van de werknemer door een rechtsopvolger anders dan door overgang van onderneming en bij een doorstart na faillissement dient het beding opnieuw overeengekomen te worden.

Inhoud van het beding

In het beding dient de duur van het verbod, de inhoud van het verbod (bijvoorbeeld: de aard van de werkzaamheden die verboden zijn), het soort bedrijven waar werknemer niet mag werken en het geografische gebied waarvoor het verbod geldt opgenomen te zijn. Daarnaast kan ook het soort relaties dat de werknemer niet mag benaderen worden opgenomen (relatiebeding). Ook kan worden opgenomen dat de werknemer geen werknemers mag benaderen voor indiensttreding elders (dit heet dan vaak een anti-wervings- of anti ronselbeding).

In geval van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet de werkgever zijn zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang in of bij het beding opnemen met de motivatie waarom in deze specifieke situatie met deze specifieke werknemer toch een concurrentiebeding moet worden overeengekomen. Ontbreekt die motivering, dan is het beding sowieso niet geldig.