opschortingsrecht

Aansprakelijkheid van bestuurder jegens schuldeiser vennootschap

Aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een schuldeiser van een vennootschap is mogelijk indien de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. In beginsel is alleen de vennootschap zelf aansprakelijk jegens de schuldeisers. De vennootschap, zoals een besloten vennootschap, is immers een rechtspersoon die zelfstandig verplichtingen aangaat. In eerste instantie dient de schuldeiser dan ook aan te kloppen bij de vennootschap en niet bij de bestuurder. Onder omstandigheden kan sprake zijn van aansprakelijkheid van de bestuurder op grond van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) jegens een schuldeiser. De schuldeiser dient te stellen dat de bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld jegens de schuldeiser waardoor de schuldeiser schade heeft geleden. Aansprakelijkheid van een bestuurder jegens schuldeisers van de vennootschap kan tot ingrijpende gevolgen leiden. Schuldeisers kunnen zich immers bij aansprakelijkheid van de bestuurder verhalen op het privé vermogen van de bestuurder.

Alleen aansprakelijkheid van bestuurder indien sprake is van ernstig verwijt

Het uitgangspunt is dat de bestuurder niet aansprakelijk is jegens de schuldeiser van de vennootschap indien de vennootschap haar contractuele verplichtingen niet nakomt of een onrechtmatige daad pleegt. De schuldeiser zal dan een procedure moeten beginnen tegen de vennootschap en daar proberen de schade te verhalen. Onder bijzondere omstandigheden kan echter sprake zijn van aansprakelijkheid van de bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap. De benadeling van de schuldeiser moet dan in voldoende mate zijn veroorzaakt door het handelen of nalaten van de bestuurder en hiervan moet de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt gemaakt kunnen worden. In diverse rechtelijke uitspraken is nadere invulling gegeven aan het begrip ‘ernstig verwijt’. Of de bestuurder een ‘ernstig verwijt’ kan worden gemaakt is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval en de aard en ernst van de normschending. Belangrijk is dus dat alleen sprake kan zijn van aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een schuldeiser indien de bestuurder een ‘ernstig verwijt’ kan worden gemaakt. Dit betekent dat niet iedere fout of inschattingsfout kan leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap. Hierna worden enkele veel voorkomende gevallen behandeld waarbij sprake kan zijn van aansprakelijkheid van de bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap.

Verplichtingen aangaan in de wetenschap dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen kan voldoen

Aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap is mogelijk in het geval de bestuurder het verwijt kan worden gemaakt dat hij in naam van de vennootschap verplichtingen is aangegaan terwijl hij wist of behoorde te weten dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou kunnen voldoen. In dergelijke gevallen had het voor de bestuurder vooraf al duidelijk moeten zijn dat de wederpartij schade zou gaan lijden als gevolg van wanprestatie door de vennootschap. Indien de bestuurder eveneens weet of behoort te weten dat de vennootschap geen verhaal kan bieden voor deze schade kan de bestuurder een ernstig verwijt worden gemaakt indien hij in naam van de vennootschap de verplichting toch is aangegaan. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn indien de vennootschap al feitelijk op het randje van het faillissement staat en de bestuurder een nieuw langlopend contract afsluit met vergaande financiële gevolgen. Ook kan hiervan sprake zijn indien een contractuele verplichting wordt aangegaan waarvoor specialistische kennis noodzakelijk is terwijl de bestuurder weet dat de vennootschap deze kennis niet in huis heeft en de aangegane verplichtingen daardoor niet deugdelijk kan nakomen. SVZ advocaten staat in dit soort gevallen bestuurders en schuldeisers bij in geschillen over de aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap.

Aansprakelijkheid van bestuurder bij betalingsonwil of selectieve wanbetaling

Aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap kan aan de orde komen indien bij de bestuurder sprake is van betalingsonwil of een schuldeiser bewust en zonder rechtvaardiging wordt benadeeld ten opzichte van de andere schuldeisers. Indien alle andere schuldeisers wel maar één schuldeiser bewust niet betaald wordt en deze schuldeiser hierdoor schade lijdt kan sprake zijn bestuurdersaansprakelijkheid. Het is de bestuurder van een vennootschap niet toegestaan om te bewerkstelligen dat een bepaalde schuldeiser niet voldaan wordt. In dat geval is sprake van betalingsonwil dat kan leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurder jegens de schuldeiser. SVZ advocaten kan u nader adviseren over de mogelijkheden om een bestuurder aansprakelijk te stellen in gevallen van betalingsonwil. Met name kan SVZ advocaten u bijstaan bij de procedure en formaliteiten, zoals de bewijslastverdeling, bij geschillen over de aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een schuldeiser bij betalingsonwil of selectieve wanbetaling.

Selectieve betaling en bestuurdersaansprakelijkheid

Aansprakelijkheid van een bestuurder jegens schuldeisers van de vennootschap kan in specifieke gevallen ook bestaan indien de bestuurder een schuldeiser zonder rechtvaardiging wel betaald en de andere schuldeisers niet. Een bestuurder heeft bij financiële problemen van de vennootschap een bepaalde mate van vrijheid om keuzes te maken bij het verrichten van betalingen. Bij het maken van deze keuzes dient het belang van de vennootschap en de continuïteit van de onderneming voorop te staan. Zo is een selectieve betaling die van belang is in het kader van een reddingspoging van het bedrijf over het algemeen niet onrechtmatig. Wel kan sprake zijn aansprakelijkheid van de bestuurder jegens schuldeisers van de vennootschap indien de bestuurder bij het verrichten van betalingen slechts zijn persoonlijke belangen dient. Dit kan aan de orde zijn indien alleen de managementfee van de bestuurder wordt voldaan aan zijn Holding B.V. of bij andere betalingen aan gelieerde vennootschappen. Om aansprakelijkheid van de bestuurder jegens schuldeisers van de vennootschap te voorkomen moet voorzichtig omgegaan worden met betalingen die in het zicht van een faillissement worden gedaan aan gelieerde vennootschappen. Uiteraard kunnen onder bijzondere omstandigheden dergelijke betalingen wel in het belang zijn van de continuïteit van de vennootschap. Neem voor meer informatie over aansprakelijkheid van de bestuurder jegens schuldeisers van de vennootschap bij selectieve betalingen contact op met SVZ advocaten.

Verhaalsfrustratie door vermogensonttrekking en bestuurdersaansprakelijkheid

Bij vermogensonttrekking waardoor de schuldeisers zich niet meer kunnen verhalen op het vermogen van de vennootschap kan sprake zijn van aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om ‘’paulianeus handelen’’, het verrichten van rechtshandelingen in het zich van faillissement waardoor de schuldeisers benadeeld worden. Indien een roerende zaak ter waarde van € 50.000 aan een gelieerde vennootschap wordt verkocht voor € 10.000 kan dit leiden tot verhaalsfrustratie. De schuldeiser ziet zijn mogelijkheden beperkt om zijn vordering te incasseren en kan hierdoor schade lijden. Ook bij het verduisteren van goederen door de bestuurder kan sprake zijn van aansprakelijkheid van de bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap. Verder dient bij het vormgeven van herstructureringen aandacht besteedt te worden aan de positie van schuldeisers. SVZ advocaten staat bestuurders en schuldeisers bij in zaken waarin een geschil ontstaat over de aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap bij verhaalsfrustratie door vermogensonttrekking.

Bestuurdersaansprakelijkheid bij te lang voortzetten van onderneming na het moment van feitelijke insolventie

De aansprakelijkheid van een bestuurder kan aan de orde komen indien de bestuurder de onderneming te lang heeft voortgezet na het moment van feitelijke insolventie. Indien er redelijkerwijs geen mogelijkheid meer bestaat om de onderneming te redden en de schulden niet meer betaald kunnen worden dient een bestuurder zeer voorzichtig te handelen. Het aangaan van nieuwe verplichtingen en het voortzetten van de onderneming kan immers (aanvullende) schade meebrengen voor schuldeisers. Indien er onzekerheid bestaat over de continuïteit van (een deel van de) de onderneming heeft een bestuurder een vergaande ruimte en beoordelingsvrijheid om alles in het werk te stellen om de onderneming te redden. De bestuurder kan pogingen ondernemen om de onderneming te redden door de schulden te saneren of de onderneming anders in te richten. Vanaf het moment dat er daadwerkelijk sprake is van een uitzichtloze situatie dient een bestuurder in beginsel de activiteiten van de onderneming te staken en de belangen van de gezamenlijke schuldeisers voorop te stellen. Indien tegen beter weten in nieuwe verplichtingen worden aangegaan kan dit leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap. SVZ advocaten staat bestuurders en schuldeisers bij in het kader van geschillen over de aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een schuldeiser in verband met het te lang voortzetten van de onderneming na het moment van feitelijk insolventie.

Advies SVZ advocaten bij geschillen over de aansprakelijkheid van een bestuurder jegens schuldeisers van de vennootschap

In dit artikel zijn enkele aspecten behandeld van de mogelijke aansprakelijkheid van bestuurders jegens schuldeisers van de vennootschap. Ook in andere gevallen kan sprake zijn van bestuurdersaansprakelijkheid. Ieder geval is anders en afhankelijk van de aard van de normschending en de omstandigheden van het geval kan sprake zijn van aansprakelijkheid van de bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap. SVZ advocaten kan u bijstaan bij het voeren van onderhandelingen over bestuurdersaansprakelijkheid en tijdens een gerechtelijke procedure. Daarbij heeft SVZ advocaten tevens kennis van de formaliteiten die aan de orde komen bij een procedure over de aansprakelijkheid van bestuurder jegens de schuldeisers van de vennootschap. Hierbij kan gedacht worden aan de bewijslastverdeling, de bepaling van het causaal verband tussen de normschending en de schade en het berekenen en onderbouwen van de schade. Neem voor meer informatie contact op met SVZ advocaten.